Naam |
Crelisje Jans BAKKER |
Roepnaam |
Cornelisje |
Doop (CHR) |
31 mei 1739 |
Barsingerhorn |
Geslacht |
Vrouwelijk |
Vermelding |
15 mrt 1759 |
Barsingerhorn [1] |
- Dirk Claasz Eerikx en Jan Cornelisz Kes worden benoemd als voogden over Cornelisje Jans Bakker, minderjarig kind van Jan Pietersz Bakker en Maartje Poulus, beiden overleden op de Kreijl.
|
Vermelding |
15 nov 1759 |
Barsingerhorn [2] |
- Registratie van de verkochte boedel en nalatenschap van Jan Pietersz Bakker. Aanwezig zijn Pieter Cornelis Prins (uit hoofde van Antje Jans Bakker), Pieter Jansz Bakker, en Dirk Claasz Eerikx en Jan Cornelisz Kes als voogden over Cornelisje Jans Bakker. Na aftrek van de schulden en lasten bedraagt deze 624 gulden, welke in drie ën verdeelt zal worden. Het deel van Cornelisje wordt in beheer gegeven bij haar voogden, waarvan Dirk Claasz Eerikx zal toezien op een bedrag van 174 gulden en 16 stuivers en Jan Cornelisz Kes op 17 ½ el sluiken linnen, 9 ¼ el vlassen linnen, 4 grove lakens, 3 kussenslopen en een kandelaar.
|
Vermelding |
27 nov 1764 |
Barsingerhorn [3] |
- De goederen en gelden welke in beheer zijn gegeven bij haar voogden worden uitgereikt aan de inmiddels meerderjarige Cornelisje.
|
Vermelding |
3 mrt 1769 |
Barsingerhorn [4] |
- Ten overstaan van ouderling Jan Claasze Smit tot lidmaat van de Gereformeerde Kerk te Barsingerhorn aangenomen.
|
Vermelding |
19 jun 1774 |
Schagen [5] |
- Testament opgemaakt bij notaris Hendrik Hoflaan te Schagen. Pieter Adriaansz Koning en Cornelisje Jans Bakker, geëchte man en vrouw wonende op de Kreijl onder Barsingerhorn, benoemen de langstlevende van hun beiden als enige erfgenaam.
|
Vermelding |
6 dec 1788 |
Barsingerhorn [6] |
- Pieter Kooning en Krelisje Jansd. Bakker, echteluiden wonende op de Kreijl, verklaren te schenken na het overlijden van de langstlevende aan de armen van Barsingerhorn en Colhorn, een stuk groedland groot drie geersen, tien sneesen, tien roeden gelegen in de Westerkaagpolder, belend Jan Keuris ten oosten, Pieter Grooven ten westen, onder deze conditie dat zij gedurende hun leven lang een stuk groedland mogen gebruiken groot vier geersen, zes sneesen, gelegen in de Oosterkaagpolder, genaamd Maritjesland, belend Jan Keuris ten oosten, Jan Mayer ten westen, toebehorende aan de voornoemde Armen van Barsingerhorn en Colhorn, voor een somma van 36 guldens per jaar.
|
Vermelding |
5 jun 1800 |
Harenkarspel [7] |
- Pieter Ariensz Koning en Cornelia Jans Bakker herroepen al hun voorgaande testamenten. Zij benoemen elkaar tot hun enige en universele erfgenaam. Na de dood van langstlevende vermaken zij aan Arien Hendriksz Koning wonende mede onder de bedrijven van Barsingerhorn het huis, erf en boed staande en gelegen aan de Kreijl, alsmede de daarin staande kast met de daarop staande beelden, de huisklok en de zaadwaaier. Ten tweede aan Jacob Hendriksz Koning, mede aldaar woonachtig een somma van honderd gulden contant geld. Ten derde aan Gerrit Hendriksz Koning, mede aldaar woonachtig een somma van honderd gulden contant geld. Ten vierde aan Pieter Pietersz Bakker en zijn huisvrouw, mede onder Barsingerhorn woonachtig, een gelijke somma van honderd gulden contant geld.
|
Overlijden |
25 aug 1810 |
Barsingerhorn |
Persoon-ID |
I1127 |
Genealogie Bakker |
Laatst gewijzigd op |
8 mrt 2023 |